Wij helpen je graag verder! +31 492386063

Coachend leiderschap2

17 juli 2017, gepubliceerd door Dirk Boersma

Categorieën mensen
De uitspraak: “met mijn mensen kan dat niet”, suggereert dat mensen in te delen zijn in categorieën. Dat er mensen zijn bij wie je goed een coachende stijl van leidinggeven kunt gebruiken maar dat er ook mensen zijn bij wie dat niet mogelijk is.
Situationeel leiderschap
Dat denken past  goed bij het door Hersey en Blanchard in 1969 gepubliceerde model voor Situationeel leidinggeven. Hersey en Blanchard leggen in dat model een relatie tussen het competentieniveau van medewerkers en hun bereidheid tot werken in relatie tot een bepaalde taak. Ze delen medewerkers in vier categorieën in en bij elke categorie hoort een andere leiderschapsstijl. Als leidinggevende stel je eerst vast tot welke categorie je mensen behoren om daar vervolgens je leiderschapsstijl op aan te passen. Vaak wordt voor die indeling in categorieën  de term taakvolwassenheid gebruikt. Als er van weinig taakvolwassenheid sprake is dan stuur je directief maar als er sprake is van een hoge taakvolwassenheid dan delegeer je volgens Hersey  en Blanchard.

Psychologie
Ze hebben daarmee echter totaal geen rekening gehouden met de inzichten uit de psychologie zoals “Transactionele analyse” of met begrippen als “overdracht” een “tegenoverdracht”. Ooit had ik  met een directeur een gesprek . Hij klaagde over het gebrek aan verantwoordelijkheidsgevoel bij zijn medewerkers. Dat leidde ertoe dat hij zich overal mee bemoeide en dat koste hem veel tijd en ergernis. Ik vroeg aan hem hoe je een hond moest leren loslopen. Hij had zelf honden, dus het voorbeeld sprak hem aan. Hij begreep dat je een hond niet leerde los lopen door hem aan de lijn te houden. Je kunt bijna elke hond, ook lastige, leren loslopen, door de lijn los te maken. Vervolgens probeer je je hond met een helder commando naar je te laten luisteren. En als de hond dan luistert prijs je de hond uitbundig. Als het nodig is ga je ervoor op je buik liggen want dan ben je kleiner en de hond komt makkelijker naar je toe. Of je verstopt jezelf zodat hij je gaat zoeken. En je doet één ding niet en dat is schreeuwend achter de hond aanrennen en hem straffen als ie niet meteen komt. Dat kost wel wat tijd maar als je hond zo de kans heeft gekregen om op een andere manier met je verbonden te zijn dan heb je daar jaren plezier van. Een teckel heeft de naam slecht te luisteren maar vlak bij mij woont een mevrouw, die er drie heeft en alle drie luisteren ze fantastisch. Ze kan ze ergens op een plaats laten liggen een wandelingetje maken en dan de hond weer ophalen. Hij blijft al die tijd keurig liggen.

Niet de hond maar de baas
En als een hond lastig is of niet luistert dan ligt dat niet aan de hond maar aan het ontbreken van een goede opvoeding. Het gedrag van de hond wordt in belangrijke mate bepaald door het gedrag van de baas. Zo zie je ook de negatieve spriraal ontstaan, de hond moet leren luisteren maar is er nog niet zo goed in. De  baas is niet zo goed in geduldig zijn en wordt boos, begint te schreeuwen of straft als hij de kans daarvoor krijgt en dat is als de hond toch komt. De hond denkt als ik kom levert dat narigheid op dus als de hond weer geroepen wordt blijft ie op een afstand staan, de baas denkt dat de hond hem uitdaagt en wordt bozer en het eindigt met een hond die nooit meer losloopt. En de baas die denkt dat hij een lastige hond getroffen heeft.

Gedrag
Bij mensen werkt het niet veel anders. Ook bij mensen ontstaat gedrag in de relaties die we met anderen onderhouden. Zo nemen we de taal  en de gewoontes over van onze ouders over  als we klein zijn en later doen we dat met vrienden en vriendinnen, met leerkrachten met collega’s en met bazen. Ons gedrag is een reactie op het gedrag van een ander. Met ons gedrag geven we ook vorm aan het gedrag van die ander. Ons eigen gedrag wordt gevormd door  onze reactie op het gedrag van anderen. Als je leert om opdrachten op te volgen ga je wachten als er geen opdracht is. En met dat wachten lok je de volgende opdracht uit. In de tijd dat ik als vakantiewerk,  bijrijder was op een drankenauto, zorgde de chauffeur ervoor dat we niet te vroeg thuis waren. Want als we vroeg thuis waren kregen we nog een rit en dat wilde hij niet.
Bij het situationeel leidinggeven van Hersey en Blanchard is het risico groot om dit soort patronen te ontwikkelen en er in de blijven hangen. En  net als bij een karrespoor, die patronen slijten steeds dieper in en het is steeds moeilijker om eruit te komen.

Coachen leiderschap
Bij coachend leiding geven is dat anders, als je coachend leiding geeft ga je uit van evenwaardigheid. Je deelt mensen niet in in groepen. Maar je gaat met elk individu een verbinding aan. In die zin is coachend leidinggeven bijzonder situationeel. Je probeert te ontdekken met wie je te maken hebt en hoe zo iemand op jou reageert en wat het gedrag van die ander met jou doet. Zodat je er bewuster mee om kunt gaan. Bereidheid om te werken ontstaat als mensen weten wat het doel is van h8n werk, als ze zelf die doelen mee kunnen bepalen en competentie ontwikkeld zich als mensen zich bewust inzetten om te leren en als er ruimte is om fouten te maken.
In een volgende blog ga ik daar verder op in.

Vind je het leuk hierover of over iets anders verder te praten bel dan 0622995926 of mail dirkboersma@excellentleiderschap.nl

Stel je vraag via ons contactformulier

Neem contact met ons op!
Voor al je vragen kun je bellen met

+31 492386063