Wij helpen je graag verder! +31 492386063

Topsport in de bouw

21 mei 2014, gepubliceerd door Alwin Nieuwenstein

De schaatswereld als voorbeeld voor de bouwsector. En wellicht ook voor de sector waarin u werkzaam bent. Hoe zit dat met uw topsportmentaliteit? Welke ingrediënten zijn er in uw bedrijf daarvoor aanwezig?

Successen Olympische Winterspelen
We staan alweer klaar voor het WK in Brazilië volgende maand. Toch is het nog maar recent dat de Olympische Winterspelen zijn afgelopen. Het waren de meest succesvolle winterspelen voor Nederland ooit. De medailles waren niet meer op een hand te tellen. Soms was het podium geheel oranje gekleurd, een clean sweep, een begrip wat ik tot dan toe niet kende (en niet had gezien). Prachtige sport was er te zien, waaronder de 500 meter en de 10 kilometer langebaanschaatsen. De vraag die velen in binnen- en buitenland bezighield, was: 'Hoe is het succes van de Nederlandse schaatsers te verklaren?'

Ingrediënten voor een topsportklimaat
Ik herinner me nog de uitzending waarin alle schaatscoaches (op Jillert Anema na, de coach van olympisch 10 km kampioen Jorrit Bergsma) aanwezig waren. Zij gaven een aantal redenen waarom Nederlanders zo succesvol waren:
1. de zeer goede infrastructuur van overdekte schaatsbanen in Nederland. De helft van alle overdekte banen in de wereld ligt in Nederland;
2. het bestaan van commerciële teams, waarbinnen directe schaatsconcurrenten gezamenlijk trainen en elkaar tot een hoger niveau brengen;
3. die teams hebben zich gespecialiseerd in sprint of lange afstanden;
4. schaatsers worden begeleid door topcoaches, die erop gericht zijn om de schaatser te laten excelleren;
5. aangeboren talent in Nederland en de mogelijkheid om (mede door infrastructuur) op jonge leeftijd al te trainen en wedstrijdervaring op te doen.

Een van de conclusies was ook dat de olympische kwalificatietoernooien soms net zo lastig zijn als de olympische toernooien zelf.

Ervaringen in de bouwsector
Het afgelopen jaar ben ik bij veel bouwbedrijven over de vloer geweest. In de meeste gesprekken ging het over hoe in deze economisch barre tijden een bouwbedrijf kan overleven. Velen hebben een jas of meerdere jassen uitgedaan, hebben personeel moeten ontslaan. Bouwbedrijven werken op kostprijs, er valt nauwelijks nog winst te halen, soms is het maandenlang wachten op een go en dan moet je als bedrijf meteen beginnen. Opdrachtgevers, waaronder de overheid, maar ook corporaties, zorgen er met hun traditionele wijze van aanbesteden voor dat de laatste druppel eruit wordt geknepen.

Nu is het niet alleen maar kommer en kwel. Gelukkig zijn er ook positieve geluiden te horen. De laatste tijd merk ik zelf dat er bouwondernemers zijn die weer optimistischer zijn geworden, die weer kansen zien, die nieuwe technologieën omarmen (bijvoorbeeld toepassing van duurzame energiebronnen in woningen). Sommigen groeien zelfs weer. Het valt mij op dat met name die bedrijven optimistisch zijn, waarin de eigenaar zijn personeel goed kent, die continu met hen in gesprek is over hoe het beter kan, die weet waar het bedrijf goed in is (en waar niet) en daar naar handelt, die op een open wijze in gesprek is met de klant.

Wat we kunnen leren van de schaatstopsportwereld
De schaatstopsportwereld lijkt op het eerste gezicht mijlenver verwijderd van de bouwwereld in Nederland. Er zijn ongetwijfeld allerlei redenen waarom een vergelijking mank loopt. Toch denk ik dat de bouwsector veel kan leren van de Nederlandse schaatsers, om als sector professioneler en uiteindelijk succesvoller te zijn. Een aantal lessen die we kunnen leren.

Train met je concurrenten. Het leren van elkaar gebeurt betrekkelijk weinig in de bouwsector. Hoewel iedereen elkaar in de bouwwereld wel zo'n beetje kent, gebeurt het leren van elkaar betrekkelijk weinig. Dat is wel te verklaren: je bent elkaars directe concurrent, het delen van ervaring kan betekenen dat de concurrent je inhaalt en een opdracht in de wacht sleept die je zelf graag had willen hebben. Toch kan het anders. Langzamerhand zijn er steeds meer initiatieven die de vernieuwing in de bouw op gang brengen en waar concurrenten van elkaar leren. Zoals het programma Stroomversnelling, waarin de minister van Wonen, vier bouwers en zes woningcorporaties tekenden voor renovatie van 11.000 zogenoemde 'energienota nul' woningen. Dit initiatief moet uiteindelijk resulteren in een degelijke renovatie van 111.000 woningen, waarbij huurders hun energiekosten betalen aan hun corporatie, corporaties geld steken in de renovatie van huurwoningen en bouwers duurzaam gerenoveerde woningen leveren zonder energiekosten. Het programma zorgt er onder meer voor dat er de noodzakelijke vernieuwing plaatsvindt in de bouw (meer kwaliteit voor minder), dat de klant er uiteindelijk beter van wordt (betere woning voor zelfde woonlasten) en dat de bouwproductie wordt vergroot (goed voor de bouweconomie). Maar het kan ook kleinschaliger: een bouwbedrijf die eens op bezoek gaat bij een concurrent uit een andere regio, iets wat ik binnenkort ga doen. Niet alleen leer je daar van, het maakt ook duidelijk waar jezelf goed in bent als bedrijf en waar je uitdaging ligt. Of als voorbeeld een ketensamenwerking tussen bouwer, installatiebedrijf en schildersbedrijf die gezamenlijk potentiële klanten benaderen.

Ontwikkel specialisme: bouw uit waar je goed in bent. Schaatsers geven het zelf ook aan: het is bijna niet meer te doen om alle disciplines in de schaatssport op hoog niveau te beheersen. Het allroundschaatsen, hoewel een prachtige schaatsdiscipline, is aan het uitsterven. Binnen de bouwwereld zie je op dit moment verbreding van activiteiten. Nieuwbouwaannemers die zich storten op de renovatie- en onderhoudsmarkt, omdat daar schijnbaar nog potentie ligt. Zo'n slag is o zo moeilijk, omdat werken op een bouwsteiger in een weiland echt anders is dan werken in een woning die bewoond wordt. De misvatting is dat je die activiteiten ook zelf moet gaan doen. Veel vruchtbaarder is het om de samenwerking op te zoeken: doe waar je goed in bent en zoek een partner of partners die die andere disciplines beheersen, waardoor je gezamenlijk nieuwe producten of diensten kan aanbieden.

Trek een coach aan die de schaatser laat excelleren. We kennen denk ik allemaal nog wel de beelden van Sven Kramer die de verkeerde baan in schaatst op de 10 kilometerrit vier jaar geleden (Olympische Winterspelen in Vancouver), op aanraden van zijn coach Gerard Kemkens. Hun relatie stond onmiddellijk onder druk. Toch hebben ze besloten met elkaar verder te gaan. Zonder hun relatie te kennen, moet er een vertrouwen zijn dus die twee mannen dat ze er samen toch beter uit komen. Vertrouwen ook na een zware tegenslag. Daar moet je hard aan werken, aan dat vertrouwen. Hoewel Sven de 10 kilometer vier jaar later niet won, die eer ging zoals gezegd naar Jorrit Bergsma, haalde hij opnieuw een gouden medaille, op de 5 kilometer. Daar heeft de samenwerking met zijn coach veel aan bijgedragen.

In de bouwsector valt het mij op dat er nog zo weinig gecoacht wordt. Dat geldt niet alleen voor eigenaren of managers van bouwbedrijven, maar ook in het coachend leidinggeven van leidinggevenden richting hun personeel. Dat is jammer, want vertrouwen geven aan collega's op de werkvloer, hun laten excelleren, gebruik maken van de kennis die er al is, zijn de ingrediënten voor een beter presteren van een organisatie. Daarvoor heb je als leidinggevende vaardigheden nodig, die in de bouwsector niet vanzelfsprekend zijn. Elkaar  vragen stellen, aanspreken op gemaakte afspraken (waaronder houding en gedrag: hoe ga ik met een klant om, hoe werk ik samen met mijn collega's), luisteren.

Talententraining. In de Nederlandse schaatswereld hebben schaatstalenten een goede kans om zich te ontwikkelen, ook tot topsporter, onder meer door goede trainingsprogramma's en faciliteiten. Veel bouwbedrijven leiden jonge mensen zelfstandig in hun bedrijf op, of laten jonge mensen werkervaring opdoen die via bouwopleidingsbedrijven als Bouwmensen, Fundeon of Schilder^sCool (schildersbranche) worden ingezet. Zeer lovenswaardig, want in de toekomst wordt een tekort aan vakmensen in de bouw verwacht (ja, het is echt waar). Bovendien hoor ik te vaak dat ROC's tekort schieten om vakmensen voor de bouw op te leiden. Bouw- en onderhoudsbedrijven en bouwopleidingsbedrijven springen in dat gat.

Is er een begin nog wel begeleiding van jongeren, medewerkers in de bouw hebben als ze wat langer in dienst zijn, vaak die aandacht niet. Niet zelden gebeurt het dat er geen gesprekken plaatsvinden over hoe het gaat, over wat iemands uitdagingen zijn, ontwikkelwensen of bijdrage aan het bedrijf kan zijn, laat staan een functioneringsgesprek. Onlangs hebben we weer een ervaring opgedaan waarin het gesprekken voeren met elkaar leidt tot betere resultaten en meer betrokken medewerkers (en meer tevreden eigenaar).

De schaatswereld kortom kan als voorbeeld dienen voor de bouwsector. En wellicht ook voor de sector waarin u werkzaam bent. Hoe zit dat met uw topsportmentaliteit? Welke ingrediënten zijn er in uw bedrijf daarvoor aanwezig?

Stel je vraag via ons contactformulier

Neem contact met ons op!
Voor al je vragen kun je bellen met

+31 492386063