Teamwork

Goede interactie en communicatie leiden tot een enorme verbetering in de effectiviteit van teams.

Een Praktische oefening
Regelmatig laten we als we met de ontwikkeling van team bezig zijn, een praktische oefening doen. Zo deden laatst
twee verschillende teams, waarmee ik aan het werk was, een oefening waarbij ongeveer vijftien latten van verschillende lengtes en inkepingen op verschillende plaatsten, in elkaar gepast moeten worden. De oefening bestaat uit twee stappen. Stap 1 is de voorbereiding. De groep krijgt een A 4tje met daarop de tekening van de te leggen figuur. De groep maakt vervolgens eerst een plan hoe de figuur het snelste gelegd kan worden. Als dat plan klaar is kan de groep praktisch aan de slag. Het koste de eerste groep waarmee ik werkte deze week een half uur om de figuur te leggen en de tweede groep 7 minuten. Dat is een groot verschil. De verschillen kunnen trouwens nog groter zijn want ik werkte ook al eens met een groep, die de figuur binnen een minuut legde.
Ook deze keer vielen mij weer de enorme verschillen aanpak tussen de groepen op.

Voorbereiding
In beide groepen lag in de voorbereiding het accent bijna geheel op de te leggen figuur. Het team als team was geen voorwerp van bespreking. Er werd gemeten, er werd gesuggereerd, er werd gespeculeerd over de positie van de inkepingen en er werd geraden wat nu de sleutel zou kunnen zijn tot de oplossing van het probleem. In beide teams namen en kregen de heren het voortouw, want zij hebben meer verstand van hout, doe het zelven en dat soort dingen. Het lijkt of alle groepsleden dat logisch vinden. Deze keer werd er in de ene groep nog wel wat afgestemd over de manier waarop de figuur gelegd zou moeten worden. In de andere groep gebeurde dat niet maar werden de mogelijke oplossingen gestapeld. Dat wil zeggen nu eens riep de één wat en dan de ander weer. In de groep, die uiteindelijk de taak in 7 minuten volbracht  kwamen de leden wel tot overeenstemming over wat er moest gebeuren.

De uitvoering
De man met een technische achtergrond en de man die normaal het team voorzit, namen het initiatief bij de uitvoering. De technische man ging in de latten zoeken en de voorzitter stond met de tekening bij de stapel latten. Het was vervolgens bijzonder om te zien hoe de dame in het gezelschap stond te kijken en latten begon te pakken, na twee minuten begon ze de latten ook te leggen. Zij was degene, die keek naar de anderen, Ze vroeg dingen aan de anderen, begon suggesties te doen. Vroeg de man met de tekening om bevestiging en vervolgens werd onder haar leiding de figuur gelegd. De technische man stond daarbij aandachtig toe te kijken en raakte geen lat meer aan.
In de groep die er een half uur over deed was er sprake van heel andere processen. Daar was één lid aan het leggen en keken de anderen toe, vaak kwam er commentaar, waar soms naar werd geluisterd. Twee dames, die al snel vermoeden dat er een lat verkeerd lag, zeiden dat tweemaal maar er werd niet naar geluisterd, ze trokken zich daarop nog wat verder terug om fluisterend het schouwspel te bespreken. Verschillende keren probeerde een andere deelnemer iets. Als dat niet leek te kloppen trok die deelnemer zich weer terug in de rol van toeschouwer. Eén deelnemer stelde herhaaldelijk vast dat deze figuur, niet te leggen was en probeerde daarvoor mijn bevestiging te krijgen. De opluchting was groot toen het na een half uur toch lukte. De dames bleken trouwens gelijk te hebben met hun opmerking over de verkeerde lat en zeiden: “we hadden het toch gezegd”.

Leerstof
Er zit heel veel leerstof in deze oefening maar de belangrijkste is wel dat je het team moet gebruiken als je iets effectief en snel wilt oplossen. Dat deed de groep die de figuur binnen één minuut legde. Zij waren op elkaar ingespeeld, keken naar elkaar, luisterden naar elkaar, vroegen aan elkaar, corrigeerden elkaar. Ze deden dat zelfs op een fluisterende toon, zo geconcentreerd waren ze. Het was trouwens een gemixte groep, waarin de technici niet bijzonder opvielen.
De groep, die er het langste over deed, kwalificeerde zichzelf vooraf als een bijzonder goed team, dat maakt verbetering erg moeilijk. In onze organisaties zijn nog veel van die “goede” teams. Als we die teams ook naar, echt goed, gaan coachen, is er nog een hoop winst te behalen