Wij helpen je graag verder! +31 492386063

Participatiemaatschappij?

21 april 2015, gepubliceerd door Monty Trapman

Het woord lijkt de laatste tijd wat minder te vallen. Toch gaat het er voortdurend over.

Het gaat niet vanzelf
Met name rond de WMO zijn er veel problemen gerezen. Als bestuurslid van een coöperatieve vereniging in de thuiszorg heb ik er voortdurend mee te maken. De Sociale Verzekeringsbank blijkt niet voldoende in staat te zijn om bedragen uit het persoonsgebonden budget tijdig uit te betalen. Met als gevolg dat er heel wat zorgverleners al lange tijd op hun geld zitten te wachten. Een van de zorgverleners van mijn organisatie heeft inmiddels een paar duizend euro tegoed. Gemeentes zoeken nog steeds naar manieren om de kosten van de WMO voorspelbaar en onder controle te houden. Zorgvragers die tot dusverre vanuit hun PGB zelf hun zorg konden regelen komen nu in zorg in natura terecht en krijgen dan – soms zonder keukentafelgesprek – te horen dat het aantal uren zorg drastisch wordt verminderd. Alleen als je piept is er wellicht ruimte voor meer. Het is dan ook niet gek dat er inmiddels tientallen processen zijn aangespannen. Nu snap ik ook wel dat bij een dergelijk drastische wijziging in het beleid van de overheid niet meteen alles op rolletjes loopt. Maar ik snap ook dat het een hele slag voor diezelfde overheid is om het roer ook echt om te gooien, om de burger ook echt ruimte te geven om te participeren en zelf verantwoordelijkheid te nemen.

Complexiteit
De complexiteit is toegenomen. Tot begin dit jaar had mijn organisatie een bemiddelende rol: we brachten zorgvrager en zorgverlener  bij elkaar, die sloten samen een overeenkomst en uit het PGB werd de zorgverlener betaald. De nieuwe WMO leidde tot veel meer zorgverlening in natura. Wij kregen opeens budget van de gemeente en wij betalen daarvan de zorgverlener. De aangescherpte regels zetten de zorgverleners voor de keus: zich als zzp-er registreren en werken of in dienst treden van de zorg verlenende organisatie. Mijn organisatie was bereid om zorgverleners in dienst te nemen.  Met als gevolg dat een deel van onze zorgverleners onder de oude constructie van betaling door de zorgvrager uit diens PGB blijft werken en daarnaast als in dienst zijnde medewerker zorg verleent onder de zorg in natura constructie.

Oud gedrag
En dan gebeurt er iets interessants waaruit blijkt dat de participatiemaatschappij, waarbij eenieder zijn eigen verantwoordelijkheid neemt en invult, nog lang niet bereikt is. Prompt een zorgverlener de vraag stelt of 5 mei nu een vrije dag is. Volgens de betreffende cao wel, ja. Alleen: de zorgvrager voor wie op die dag wordt gewerkt betaalt zelf uit PGB, en er is dus in dit geval geen dienstverband van toepassing en dus ook geen cao. Mijn reactie is daar op gebaseerd, de vraag is niet relevant om aan mij als leidinggevende te stellen. Waarop de reactie komt: oh, ik moet dus op een andere dag werken. Mijn antwoord? Hoe kijk je er tegenaan om het net als voorheen met de zorgvrager samen op te lossen? Het laat zich kwalificeren als niet in de participatiegedachte passend werknemersgedrag: zodra er een baas is wordt er om instructies gevraagd. Vanuit mijn werk bij het Centrum voor Excellent Leiderschap weet ik  dat deze neiging soms lastig te veranderen is, ook bij de leidinggevenden. Die hoor ik nog wel eens verzuchten: “Als het spannend wordt val ik terug in gewoon weer opdrachten geven. Ik weet dat dit niet slim is, maar de gewoonte is soms te sterk”. Het is vroeger vaak letterlijk en figuurlijk met de paplepel ingegoten: thuis, op school werd veelal gezegd wat je moest doen en wat niet mocht. En als een volwassene je eigen keuzes maken valt niet altijd mee in een maatschappij waarin organisaties en overheid hierin volharden.

Spiegel
Om tot een waarachtige participatiemaatschappij te komen is er zo te zien dus nog een lange weg te gaan. Een participatiemaatschappij kun je niet opleggen, die maak je samen. De weg er naar toe loopt dood zolang er complementair gedrag is waarbij overheid en burger elkaar gevangen houden in oude denk- en gedragspatronen. Het vraagt om de moed om het anders te durven doen, risico’s te nemen, aannames over wat kan en mag aan de kant te zetten, in de spiegel durven kijken.

Speler zijn
Dat brengt me bij mijn eigen verantwoordelijkheid. Speler durven zijn in plaats van commentaar leverende toeschouwer. Dat vraagt om de handen ineen slaan en handelen, niet om met de armen over elkaar zitten wachten tot de participatiemaatschappij spontaan ontstaat. Maar steeds weer iets doen dat bijdraagt. Vanuit het Centrum voor Excellent Leiderschap is dat desgevraagd voortdurend bezig zijn met het ondersteunen van iedereen die coachend leiderschap belangrijk vindt. Als bestuurslid van de zorgcoöperatie is dat niet alleen met gemeente en zorgverzekeraar aan tafel zitten en sturen op een participerende in plaats van directieve houding. Het is ook binnen mijn eigen zorgorganisatie sturen, bij zorgvrager en zorgverlener, op het nemen en invullen van de eigen verantwoordelijkheid. De participatiemaatschappij is niet iets wat mij overkomt of mij opgelegd wordt. Die maak ik samen met anderen. Coachend leiderschap is hierbij essentieel, want daarmee geef ik de ander de ruimte om diens eigen verantwoordelijkheid in te vullen.

Stel je vraag via ons contactformulier

Neem contact met ons op!
Voor al je vragen kun je bellen met

+31 492386063