Wij helpen je graag verder! +31 492386063

Kleren maken de man

14 juli 2014, gepubliceerd door Dirk Boersma

Ooit droeg mijn baas mij op mijn uiterlijk aan te passen. Mijn hippie uitstraling zat mijn HR boodschap in de weg. Het is belangrijk om ervoor te zorgen dat je presentatie je verhaal niet in de weg staat. Voorkom echter dat alleen de presentatie er nog maar toe doet.

Solliciteren
In 1989 was het niet makkelijk een baan te vinden, ik was al bijna 40 jaar. Ik woonde in Indonesië. Mijn contract daar liep af en ik probeerde in Nederland weer aan de slag te komen. Dat was niet eenvoudig. Ik kreeg wekelijks een Nederlandse krant in Yogyakarta en speurde de personeelsadvertenties af. Dat leidde ertoe dat ik in enkele maanden 50 sollicitatiebrieven verstuurde. Per luchtpost natuurlijk, zo kon mijn reactie nog binnen de gestelde reactietermijn de plaats van bestemming bereiken. Op de vijftig brieven die ik verstuurde kreeg ik welgeteld drie reacties. En die reacties kwamen als ik de vacature al lang vergeten was. Ze waren alle drie verzonden per zeepost en hadden dus erg lang gedaan over de reis naar Indonesië. Kennelijk was mijn sollicitatiebrief op luchtpostpapier en in een luchtpostenveloppe niet echt opgevallen en in elk geval geen aanleiding geweest om het antwoord ook per luchtpost te versturen. De dag voor ik in het vliegtuig terug naar Nederland zou stappen kwam er echter wel een brief per luchtpost. Ditmaal geen reactie op een sollicitatiebrief maar wel een uitnodiging voor een sollicitatiegesprek bij een groot Nederlands bedrijf. Ik kwam daar in de selectiemolen terecht en na een aantal gesprekken en tests volgde het arbeidsvoorwaardengesprek. Dat was niet zo moeilijk, ik was al lang blij dat ik een baan had. Maar in de trein naar huis voelde ik me helemaal niet blij. Ik was somber en begon op te zien tegen werken bij deze grote bureaucratische kolos. Het voelde zoals Weber het omschrijft: ik was een radartje in een grote machine. Weliswaar op het hoofdkantoor bij de afdeling management development maar het voelde niet of ik daar veel van mezelf in kwijt zou kunnen. Het zou gaan om het uitvoeren van zaken, die door anderen bedacht waren.

Colbertje
In de eerste week van januari 1990 moest ik beginnen. De dag voor mijn eerste dag werd ik echter gebeld door de directeur sociale zaken van een ander groot Nederlands bedrijf. We kenden elkaar nog en hij vroeg me of ik weer bij zijn bedrijf wilde komen werken. Hij vertelde over de verzelfstandiging van het bedrijf, over de tucht van de markt, over nieuwe diensten en nieuwe markten en ik werd enthousiast. Ik zegde per omgaande mijn nieuwe verworven baan op en zat enige tijd later in een mooi kantoor tegenover de man, die mij gebeld had. We werden het eens over allerlei zaken, maar toen kwam de laatste zin uit zijn mond. “Ik wil graag dat je komt maar je moet wel wat aan je uiterlijk doen”. Een nette broek, een net colbertje, een net overhemd, geen grote baard, geen lang haar. Dat paste niet meer bij een bedrijf dat in de private sector opereerde. En zei hij: HR is al zo moeilijk te verkopen. Het is zal zo moeilijk om bij het management aan tafel te komen. Werk jezelf en ons als HR nou niet tegen door er zo onaangepast bij te lopen. Het was een voorwaarde waarop ik niet gerekend had. Verraad aan mezelf schoot even door me heen. Aan de andere kant begreep ik heel erg goed wat hij bedoelde, ik ging akkoord. En vanaf die dag is mijn uiterlijk gewijzigd. Achteraf ben ik blij met de terugkoppeling die ik kreeg. Laat de verpakking de boodschap niet in de weg staan. Zorg dat er ruimte is voor de boodschap die je bij je hebt. Zorg dat je gesprekspartners niet afgeleid worden door dingen, die er niet toe doen. De presentatie moet een ondersteuning zijn van de boodschap.

Buitenkant
Helaas gaat dat in omgekeerde zin ook vaak fout. In tal van situaties suggereert de presentatie een fantastische inhoud, die er helaas bij nader inzien niet blijkt te zijn. Het is alleen maar buitenkant, die mensen meebrengen. Ze hebben helaas niets te vertellen. Een dramatisch voorbeeld daarvan geeft Geert Mak in zijn boek “Reizen zonder John”. Hij verteld daarin over het bezoek dat hij brengt aan New Orleans in 2010. Het is dan vijf jaar nadat de orkaan Katrina in die stad heeft huisgehouden. Mak vertelt over het bezoek dat George Bush aan New Orleans brengt. Veel te laat in de ogen van Mak. Hij schrijf dat Bush er welgeteld één dag doorbracht, vijf dagen nadat de orkaan de stad teisterde. Hij was er onder andere met de democratische senator Mary Landrieu. Er was veel pers en er waren veel camera’s. Het hele gezelschap werd overgebracht naar een dijkbreuk aan het 17th Street Canal en daar was het een drukte van belang. Kranen, graafmachines, deskundigen, werkers. Het hele land kon zo getuige zijn van de voortvarende aanpak van de regering Bush. Een hoopgevend en krachtig signaal aan het land. De volgende dag vloog de senator echter toevallig boven hetzelfde stuk dijk. Ze kon haar ogen niet geloven: alles was weer weg. Het was er doodstil, er stond slechts één eenzame kraan. Het bezoek van Bush was één groot toneelstuk geweest om de mensen te doen geloven dat Bush en zijn administratie hard aan het werk waren om mensen te redden en de schade te herstellen. De presentatie moest een boodschap ondersteunen die er niet was. Mak verteld hoe er in 2010, vijf jaar na de ramp, nog maar bitter weinig gebeurd is. Ja, vorige week is de toenmalige burgemeester tot een gevangenisstraf veroordeeld. Hij heeft veel geld aangenomen van aannemers en anderen, die een graantje mee wilden pikken van de gelden die beschikbaar waren voor het herstel van de stad. Mak vergelijkt de presentatie van Bush, die uiteindelijk slechts het vertrouwen van mensen in de overheid ondermijnt, met de aanpak van Lyndon B. Johson. Die haastte zich na de orkaan van 1965 naar New Orleans en liep direct een schuilplaats vol evacués binnen. Hij pakte een zaklantaarn, richtte die op zijn eigen gezicht en stelde zichzelf voor met bulderende stem. Hij verzekerde de mensen, dat ze hulp van hem zouden krijgen.

Presentatie en inhoud
Leiderschap krijgt gezag als de presentatie en de inhoud goed op elkaar aansluiten, daarbij is het ook belangrijk dat er aangesloten wordt op de mensen, waarmee gewerkt wordt. Zeggen dat je deur altijd open staat is niet genoeg. Er zijn als het nodig is, jezelf laten zien en daarbij respect hebben voor je medewerkers en je klanten. In zijn inaugurele rede van 20 juni dit jaar aan de universiteit van Tiburg pleit professor Kees Cools voor nederigheid aan de top van een organisatie. Hij betoogt dat dat niet eenvoudig is omdat het volgens hem niet in onze genen zit. Het is zaak het goed te organiseren. Hoe voorkom je dat je niet in het sprookje van de “kleren van de keizer” terecht komt, hoe blijf je uit handen van “de gelaarsde kat”?

Stel je vraag via ons contactformulier

Neem contact met ons op!
Voor al je vragen kun je bellen met

+31 492386063