Wij helpen je graag verder! +31 492386063

Kenniseconomie en onderwijs

11 juli 2014, gepubliceerd door Dirk Boersma

De zomervakantie staat voor de deur, velen gaan na de vakantie naar een andere onderwijsvorm om zich voor te bereiden op het echte leven. De ABN AMRO roept intussen op tot het versterken van de kenniseconomie. Goed onderwijs is daar essentieel voor. Onderwijsinstituten hebben nog twee maanden om daar klaar voor te zijn bij de start van het nieuwe schooljaar in september. Maar wat is nou eigenlijk goed onderwijs? Welke ontwikkeling is noodzakelijk?

Verschil
“Wat een verschil hè? Vroeger in groep één kreeg je er geen woord uit. En moet je haar nou eens zien staan. Zelfbewust en goed in haar rol van minister in de musical”. Dat zei de moeder van een klasgenoot van mijn dochter gisteravond tegen mij. Toen we als ouders van de kinderen van groep acht nog even met elkaar aan het kletsen waren na de opvoering van de musical waarmee groep acht traditioneel haar basisschoolperiode afsloot. Er is dus veel veranderd in de afgelopen jaren. Mooi om dat te zien bij het kijken naar een musical. Om te zien hoe de kinderen zich ontwikkeld hebben. Die musical laat ook heel iets anders zien dan de CITO scores die de kinderen, een paar maanden geleden alweer, mee naar huis kregen. In de uitvoering van die musical zie je wat ze doen als ze hun tekst kwijt zijn. Als ze elkaar helpen in een onvoorziene situatie, hoe ze improviseren als het anders loopt. Allemaal belangrijke competenties om jezelf een eigen plekje te verwerven ergens in onze samenleving.

I made it through the crap
Daar heb je veel voor nodig, getuige het onderschrift bij een foto op de website van Humans of New York. Een meisje op een bankje voor een klein cafeetje zegt daar op de  vraag: “What was the happiest moment of your life?” “When I turned 30.” “Why's that?” “I just felt like I'd made it through the crap.” En wat heb je daar nou voor om je met succes door alle crap heen te slaan en te komen waar je wilt zijn. Hoe belangrijk zijn rekenen en taal? Hoe belangrijk zijn andere kennisgebieden en hoe belangrijk zijn de competenties, die je nodig hebt  om een bruikbaar verband te scheppen tussen al die kennisgebieden en wie jezelf bent. De ABN AMRO bank roept in een recent rapport op om de kenniseconomie van Nederland verder te versterken. Dat is nodig om het opgelopen terreinverlies op exportgebied te compenseren. Om “kennis en kunde” te stimuleren is onderwijs noodzakelijk, aldus de bank. Uiteindelijk moet die investering in de kenniseconomie leiden tot meer export van in Nederland geproduceerde goederen. Met dat laatste zegt de bank nog iets belangrijks. Het moet gaan om in Nederland geproduceerde goederen. Volgens de bank is het daarbij belangrijk je te focussen op die onderdelen van het productieproces waarmee het meest verdiend kan worden.

Denken los van doen
Daarmee komen we gemakkelijk terecht in het model waarbij wij dingen bedenken en de productie van wat wij bedenken overlaten aan bedrijven in de lage lonen landen. Willem Verhoeven schrijft daarover in zijn boek “De herwaardering van het doen” “Ja, dacht ik, zo zit de wereld tegenwoordig in elkaar, allemaal abstracte activiteiten en de uitvoering hangt er als een wormvormig aanhangsel bij’. Praten over werken wordt verward met werken. Voor het uitvoerende werk hebben wij flexwerkers, uitzendkrachten, illegalen en goedkope krachten in landen als Bangladesh. Wij bedenken het hier in onze kenniseconomie, wij verdienen het geld door slim te ontwerpen, slim te marketen en de logisitiek slim te organiseren. Daar richt de kenniseconomie zich op. Maar hoe ontwikkelt kennis zich eigenlijk echt? Is het mogelijk om kennis te ontwikkelen los van de uitvoering en is de op afstand ontwikkelde kennis wel bruikbaar in de productie? Het gaat daarbij trouwens niet alleen om kennis van productieprocessen maar ook om kennis, die betrekking heeft op de inrichting van organisaties, en zelfs inrichting van de samenleving. David van Rijbrouck beschrijft dat in zijn boek “Tegen verkiezingen”. Hij schrijft: ”Het lijkt of democratie een soort exportproduct is, kant en klaar, handig verpakt, gereed voor verzending. De democratie wordt dan een Ikea-bouwpakket voor vrije en eerlijke verkiezingen, ter plaatse ineen te knutselen door de ontvanger, al dan niet met behulp van de bijgesloten gebruiksaanwijzing. En als het meubeltjes dan uiteindelijk scheef staat? Of niet comfortabel zit? Of uiteenvalt? Dan is dat de schuld van de consument ter plekke , niet van de producent veraf. Dat gebeurt er als je denken en doen uit elkaar trekt, zoals wij in onze samenleving gewoon zijn te doen. Er is veel controle nodig om ervoor te zorgen dat de doeners, de bedenksels van de denkers goed uitvoeren.

Verbinding tussen denken en doen
Controle is niet de enige relatie die mogelijk is tussen denken en doen. David Kolb laat in zijn bekende model van de leercyclus zien hoe het experiment en reflectie belangrijke connecties zijn tussen denken en doen. En zegt Kolb, ze zijn niet alleen belangrijk om het doen te verbeteren maar ook om het denken te verbeteren. Als je de reflectieschakel eruit haalt dan stopt de ontwikkeling van het denken. Dat wordt dan alleen nog maar accumulatie van theorie waarvan de bruikbaarheid twijfelachtig is. De filosoof Alfred North Whitehead heeft zich intensief met de filosofie van het leren bezig gehouden. De basisgedachte van Whitehead is dat onderwijs gericht moet zijn op het hele leven. Een leerling is geen pakhuis voor theorieën. Daar moet onderwijs zich dus niet oprichten. Onderwijs moet de leerling stimuleren en leiden in een proces van zelfontwikkeling. Onderwijs moet zich daartoe richten op drie componenten. Een literaire en daarbij gaat het niet alleen om de studie van talen, maar ook om de studie van het menselijk denken en het schrijven. Eeen wetenschappelijke, die zich richt op het goed zelf  leren waarnemen van de wereld om ons heen. En een technische waarbij de aandacht gericht is op het toepassen. Volgens Whitehead kun je deze drie gebieden niet los van elkaar zien. Want in het gewone leven kom je ze altijd in een interactieve samenhang tegen. Whitehead stelt zich hiermee tegenover Plato, die het theoretische boven het praktische plaatst. Whitehead ziet voor onderwijs de aanmoediging van het huwelijk tussen theorie en praktijk als noodzakelijk. Het is leuk om te lezen wat  de beroemde filsosoof Bertrand Russel over Whitehead zegt. Whitehead was volgens Russel een perfecte leraar. Hij had persoonlijke aandacht voor alle studenten waar hij mee werkte. Hij kende hun sterke en zwakke kanten. Hij kreeg ze zover dat ze het beste uit zichzelf haalden. Hij was nooit repressief of sarcastisch of superieur. De juf, die mijn dochter door groep acht loodste, liet dat ook zien en steunde de kinderen in hun ontwikkelproces.

Doen en denken
Om onze export te laten groeien, is het belangrijk denken en doen weer bij elkaar te brengen. Dat kan door de aanpak te kiezen, die Whitehead al in de jaren dertig van de vorige eeuw propageerde. Dat kan in het onderwijs, dat kan in bedrijfstrainingen, dat kan in management. Dan ontwikkelen we echte kennis. Die kennis ontwikkelt zich nu in lage lonen landen waar men de praktijk om de hoek heeft en wel de koppeling maakt tussen doen en denken.

Stel je vraag via ons contactformulier

Neem contact met ons op!
Voor al je vragen kun je bellen met

+31 492386063