Wij helpen je graag verder! +31 492386063

Albedil

15 oktober 2013, gepubliceerd door Dirk Boersma

De participatiesamenleving stelt hoge eisen aan leiderschap. Participatie komt alleen tot stand als al in de planfase participatie centraal staat. Leidinggevenden moeten vanaf het begin in gesprek zijn om te laten zien dat ze elf participeren en zo uitnodigen tot participatie. De rol van albedil moet afgelegd en vervangen door een coachende en dienende rol.

Een akkoord
De regeringspartijen zijn eruit: met de steun van drie partijen die geen deel uit maken van de regering zijn ze tot plannen gekomen waarvoor een meerderheid in het parlement bestaat. Er zijn heel wat besprekingen geweest in de afgelopen periode. Elke nacht bleek dat er nog een nacht zou volgen waarin er verder overlegd moest worden, maar ze zijn eruit. Het was een ongebruikelijke wijze waarop de regering nu een akkoord gesloten heeft. Meestal bedacht de meerderheid die aan de macht was hoe het verder moest in een kabinetsperiode. De minderheid in het parlement kon er dan tegen fulmineren en speldenprikken uitdelen, maar de meerderheid kreeg in belangrijke mate haar zin. De andere partijen moesten wachten tot zij weer een meerderheid konden vormen om dingen gedaan te krijgen. Ditmaal is er meer sprake van participatie in de besluitvorming. Ook van partijen die eigenlijk in de oppositie zitten.

Willem Dreeslezing
Toevallig of niet, maar participatie was ook het centrale thema in de troonrede en in de Willem Dreeslezing, die onze premier Mark Rutte gisteren in den Haag hield, benadrukte Rutte nog eens het belang van de ontwikkeling naar een participatiemaatschappij. In zijn lezing ontkende Rutte dat de participatiemaatschappij een uitvinding is om de kosten van de uitvoering in de zorg te drukken. Hij gaf aan dat er een ontwikkeling in de samenleving gaande is die gericht is op participatie. Rutte geeft aan dat die ontwikkeling een andere rol vraagt van de staat. Niet langer de albedil van vroeger. Niet langer de instantie die alles beter weet, maar slechts één van de partijen in de samenleving, die echter wel een schild blijft voor de zwakken in de samenleving.

Participatie en leiderschap
Participatie stelt hoge eisen aan leiderschap. Participatie betekent dat je dingen samen doet. Het betekent dat je samen de schouders eronder zet. Het zijn ook allemaal uitspraken die je leiders hoort bezigen als ze mensen aan willen sporen om de handen uit de mouwen te steken. Het zijn ook uitspraken die door de mensen vaak niet al te serieus worden genomen. Ze worden ervaren als gemeenplaatsen en dooddoeners. Zo’n uitspraak krijgt pas kracht als degene die de uitspraak doet zelf laat zien en laat voelen dat participatie voor hem of haar een serieuze zaak is.

Leidens ontzet
In Leiden is enkele weken geleden het ontzet van Leiden gevierd. Op 3 oktober werd de stad ontzet na een langdurig beleg door de Spaanse troepen. De stad werd uitgehongerd en het verhaal gaat dat burgemeester Pieter Adriaanz van der Werf zijn eigen lichaam aanbood als voedsel voor de burgers van Leiden. Dat was een overtuigend bewijs van zijn eigen participeren in verzet en lijden. Aardig is ook te weten dat het stadsbestuur de burgers niet tot participatie dwong. Wie weg wilde uit de stad omdat de honger niet langer te verdragen was mocht weg van het stadsbestuur.
Gelukkig gaat het nu niet om uithongeren of een op handen zijnde slachting onder burgers. Het gaat nu om gewoner zaken waarin participatie gevraagd wordt.

Serieus nemen
Participatie wordt een stuk gemakkelijker als leidinggevenden laten zien dat ze participatie serieus nemen. Dat kan en dat moet op alle niveaus van een organisatie. Het geld voor leidinggevenden op het laagste echelon, maar ook voor leidinggevenden op het hoogste echelon. Het betekent ook dat participatie niet alleen beperkt wordt tot de uitvoering van plannen, maar participatie is vanaf het begin van de planvorming belangrijk. Als je participatie serieus neemt dan ben je vanaf het begin in gesprek met de mensen met wie je wilt participeren. Het betekent dat je in gesprek gaat met je medewerkers en dat je als overheid in gesprek gaat met je burgers. Het betekent dat je ruimte geeft aan medewerkers of aan burgers voor zelfsturing. Zelfsturing mag daarbij nooit gezien worden als: we doen maar wat, we rotzooien maar wat aan, of als Gods water over Gods akker laten vloeien. Zelfsturing speelt zich af binnen kaders en die kaders zijn geen opgelegde kaders maar overeengekomen kaders. Om participatie te realiseren is het van groot belang het gesprek over die kaders goed te voeren.

Coachend en dienend
Het leiderschap wat nodig is om die participatie tot stand te brengen heeft een coachend en een dienend karakter. Participatie kan tot stand komen en groeien rondom die vormen van leiderschap. De albedil, zoals Rutte hem noemde, de bemoeial, die alles beter weet en alles zelf wil beslissen is de dood in de pot als het om participatie gaat. Veel leidinggevenden in onze samenleving hebben wel wat trekjes van een albedil. Vaak wordt een leidinggevende ook in de rol van albedil getrokken. Bij onzekerheid doen we graag een beroep op iemands albedil-kant en voor je het weet zit je in een spiraal. Het is de albedil zelf die zich daar bewust van moet zijn en die er zich tegen moet wapenen. Willem Verhoeven gaf daarvoor in zijn boek Tachtig tips voor coachend leidinggeven een serie praktische adviezen.

Stel je vraag via ons contactformulier

Neem contact met ons op!
Voor al je vragen kun je bellen met

+31 492386063