Wij helpen je graag verder! +31 492386063

De relatie bepaald het resultaat

29 mei 2017, gepubliceerd door Dirk Boersma

Positieve bekrachtiging
Een jaar of tien gelden werkte ik veel samen met een hoge manager in een GGZ instelling. Ze was tot de conclusie gekomen dat onze benadering van coachend leiderschap heel mooi aansloot op de manier waarop men binnen haar instelling met de cliënten om wilde gaan. Haar instelling werkte met een aanpak die CRA genoemd wordt. CRA betekent Community Reinforcement Approach. Het is een benadering waarbij positieve bekrachtiging centraal staat. Robert Meyers, een van de grondleggers van CRA gebruikt graag het  bekende spreekwoord: ‘Men vangt meer vliegen met een druppel honing dan met een vat azijn.’.

Haalbare doelen
Behalve positieve bekrachtiging is er nog iets heel belangrijk in de CRA en dat zijn haalbare doelen. Dat is niet makkelijk in de psychiatrie want het gaat vaak om grote complexe doelen zoals van je verslaving of je burn-out afkomen of weer op eigen benen staan, weer verantwoordelijk zijn voor je eigen leven. In de CRA benadering is het essentieel dat complex doelgedrag vertaald wordt in kleine behapbare en haalbare doelen. Doelen, die door de cliënt met succes gerealiseerd kunnen worden. De cliënt krijgt op die manier vanaf het eerste contact het gevoel van grip op de situatie en als de kleine doelstelling gerealiseerd wordt is er een beloning. Je moet dan niet denken aan een financiële beloning maar aan sociale steun, plezierige activiteiten of kleine materiele of symbolische beloningen.

Coachend leiderschap
De link met coachend leiderschap zat vooral in dat werken met haalbare doelen als basis, de onmiddellijke positieve bekrachtiging op het halen van die doelen en het naast de ander staan. Samen met de ander zoeken naar die haalbare doelen. Niet zoals in traditionele benaderingen de expert, die het beter weet en die “boven”de client of de medewerkers staat.

Wachtlijsten
Mijn gesprekken over CRA, kwamen weer boven toen ik kort gelden in een TV programma psychiater Esther van Fenema met grote verontwaardiging hoorde vertellen over de sterk oplopende wachtlijsten in de GGZ. Wachtlijsten, die ook gelden voor het stellen van een diagnose zegt Fenema en ze vertelde over de onzekerheid waarin zulke mensen langere tijd verkeren en de gevolgen daarvan voor hun geestelijke gesteldheid. Ik werd mij bewust van de enorme afhankelijkheid van die mensen en vroeg mij af hoe het met de CRA was.

Registratierijke tijden
Ik zocht daarom contact met  mijn oude gesprekspartner, die  mij wees op het werk van psychiater Jim van Os. Ik heb het werk van Jim van Os opgezocht. Professor Jim van Os is medisch manager van de divisie hersenen van het UMC Utrecht. Van Os, poneert de stelling: Schizofrenie bestaat niet. Het is een conclusie, die hij trekt op basis van zijn ervaringen met de psychiatrie in verschillende landen. Het blijkt dat de diagnose van Schizofrenie in elk land weer anders is, de symptomen zijn verschillend en de behandeling is ook verschillend. Hij komt op basis hiervan  en op basis van andere soortgelijke vergelijkingen tot de conclusie dat diagnoses niet berusten op wat er echt aan de hand is maar op hoe de symptomen van een cliënt in een theoretisch model geperst kunnen worden. Van Os heeft veel bezwaar tegen die aanpak. Het is een aanpak, die het gevolg is van het dominante evidence based denken en  wat hij noemt “registratierijke” tijden.

Relatie
Op de vraag wat dan werkt zegt hij. Ja therapie werkt maar niet altijd en hetzelfde geldt voor pillen, die werken soms ook. Er is echter een derde factor in het spel en dat is de relatie tussen de cliënt en de hulpverlener. Als er een goede relatie is werkt therapie en pillen werken dan ook. Die goede relatie is dus van groot belang. En met de hulpverlener als expert, als iemand die weet wat er aan de hand is en wat er gedaan moet worden komt die goede relatie er niet. Dan ontstaat er afhankelijkheid, dan raakt de cliënt nog meer het broodnodige zelfvertrouwen kwijt.

Vragende basishouding
Volgens Van Os is het belangrijk dat de hulpverlener zich bescheiden opstelt en een vragende basishouding heeft. Samen met de cliënt zoekt de hulpverlener naar wat er aan de hand is. Waar de cliënt naar toe wil en samen maken ze afspraken over de stappen die gezet kunnen worden. De benadering zoals Van Os, die beschrijft vertoont opmerkelijke gelijkenis met de benadering van coachend leiderschap.

Empoweren
En net als in CRA en bij coachend leiderschap gaat het volgens Van Os om het empoweren van de cliënt. Of om het weer zelfsturend maken van de ander. De ander weer de regie over eigen handelen in handen geven. En daar is om te beginnen een goede relatie tussen de hulpverlener en de cliënt voor nodig. Een relatie waarin de hulpverlener zich niet boven de cliënt plaatst. Die vragende basishouding helpt daarbij. Door vragen te stellen verdiep je je in de ander, je ontdekt wat een ander belangrijk vindt wat hij of zij wil bereiken en ga zo maar door. Het is ook belangrijk om samen dingen te ondernemen. Dat kan heel goed door afspraken met elkaar te maken over hoe samen aan ontwikkeling te werken. Je ontdekt dan hoe je bij elkaar past en je kunt indien nodig bijsturen. Die afspraken moeten ook nagekomen worden. Daarmee laat je zien hoe belangrijk jij ze vindt en hoe belangrijk je de ander vindt. Maak ook allen afspraken waarvan je kunt verwachten dat ze na te komen zijn.

Te hoog
Als je de lat te hoog legt en de afspraken worden niet gehaald dan verdwijnen zelfvertrouwen en zelfrespect. De relatie wordt dan een last en niet iets waar je moed en energie uit haalt. De hulpverlener maar ook de leidinggevende moeten niet doen of ze weten hoe de wereld in elkaar zit. Het gaat juist om samen ontdekken en daarbij past een bescheiden houding zegt Van Os. Onze collega Willem Verhoeven heeft het over de bescheiden leider.

Diagnostiek
Probleem is dat we ons echter sterk richten op de diagnostiek. We willen in kunnen delen of een etiket kunnen plakken. We steken onze tijd in ontdekken wat er met de client of met de medewerkers aan de hand is. Zo’n diagnose proces schept veel ongelijkheid. Het geeft de ander het gevoel onmachtig te zijn, afhankelijk te zijn en dat is nu net het tegenovergestelde van wat nodig is om beter of om “taakvolwassen” te worden.

Samen
Het gaat er om dat je samen met de ander aan ontwikkeling werkt, dat je de ander de kans geeft om daarbij bij de eigen specifieke situatie en context aan te sluiten. Dat lukt het beste vanuit een bescheiden vragende basishouding
Wat kun jij doen om voor meer van dat samen te zorgen?

Hierover verder praten bel 0622995926 of mail dirkboersma@excellentleiderschap.nl

Stel je vraag via ons contactformulier

Neem contact met ons op!
Voor al je vragen kun je bellen met

+31 492386063