Wij helpen je graag verder! +31 492386063

Een praktijksituatie

05 mei 2014, gepubliceerd door Dirk Boersma

Je kunt niet alles doen, je kunt niet steeds harder lopen en de problemen van anderen blijven oplossen. Wanneer kom je op een keerpunt en hoe keer je echt.

Ervaring
Hij werkt al lang in de papierfabriek. Hij had de technische opleidingen gevolgd, die je nodig hebt om te voldoen aan de eisen die gelden om leiding te geven in een technisch bedrijf. Na de opleiding was hij in dienst getreden van de papierfabriek. Er waren in de omgeving waar hij woonde niet veel andere mogelijkheden. Er waren niet zoveel grote werkgevers, met een productieproces waar zoveel technische kennis noodzakelijk was om het proces goed te kunnen managen. Hij kende het proces inmiddels van haver tot gort. De machines, die anderen nog wel eens voor een raadsel konden stellen hadden voor hem geen geheimen meer. Hij hield van het papier maken. Het maakt hem trots als het goed loopt en er soepel geproduceerd wordt. Het is een gevoelig proces. De machines zijn groot, de rollen waarover het papier door de machine gevoerd wordt zijn zwaar, erg zwaar. Je hebt grote kranen en krikken nodig om ze in geval van problemen van hun plaats te krijgen. Op een rol gereed product kan zomaar 200 km papier zitten. En, papier is dun er hoeft maar iets te gebeuren of er zit een gaatje of een scheur in. Een gaatje op het einde betekent vaak dat er in het begin van het proces al iets is fout gegaan. Als er een minuscule verontreiniging over het hoofd wordt gezien  betekent dat een gat in het papier. Als de snelheid van de machine onregelmatig is of messen, rollen temperaturen en kleppen niet goed zijn afgesteld krijg je scheuren. Hij kent al die gevoelige plekken en wat nog belangrijker is hij weet wat je moet doen als er ergens iets verkeerd gaat. Hij ziet het als de machine begint te 'driften' . Hij voelt het bijna, zonder dat hij op een metertje moet kijken. Het is intuïtie en door die intuïtie is hij er vaak al bij voor het mis kan gaan. Het is belangrijk om er snel bij te zijn. Fouten, in het begin van het proces veroorzaakt, worden groter naarmate je verder in het proces komt. Je kunt ze niet herstellen, hooguit de schade beperken. Het is belangrijk om vanaf het begin alles goed te doen.

Grote gevolgen
Er wordt een volcontinueproces gedraaid in de fabriek. 24 uur per dag en 7 dagen per week draait de machine en produceert enorme rollen papier. Er wordt in shifts gewerkt. Hij is met zijn ploeg van 40 man steeds verantwoordelijk voor het proces gedurende één zo’n shift. Zijn collega’s, net zo ervaren als hijzelf, draaien de andere shifts. De operators kennen vaak maar een deel van het proces, zo worden ze ook opgeleid. Steeds leren ze een ander deelproces, totdat ze na een flink aantal jaren alle deelprocessen kennen. Hij is gewend aan directief leidinggeven. Op basis van zijn kennis verteld hij de mensen wat ze doen moeten en over het algemeen doen ze trouw wat er van hen gevraagd wordt. Vaak weten ze ook niet precies wat ze doen moeten, dan wachten ze tot hij er is om aanwijzingen te geven of tot hijzelf ingrijpt en de zaak weer in het gerede brengt. Die manier van werken, waarmee hij is opgegroeid is de laatste tijd moeilijk geworden. Vroeger was hij altijd verantwoordelijk voor één productielijn.  Sinds kort heeft hij echter ook een tweede productielijn onder z’n hoede gekregen. Dat betekent rennen en vliegen gedurende de shift.

Verstorend
Ze hebben hem overal tegelijk nodig. Dat werkt niet fijn. Het zou mooi zijn als de mensen wat zelfstandiger zouden werken. Maar ze weten er nog te weinig van af. Dat geldt niet voor iedereen gelukkig . Er is een collega ( die noemen we voor het gemak Louis), die het proces ook goed kent. Louis komt niet vragen hoe een klep moet worden afgesteld. Louis gaat niet zitten wachten tot hij komt om een probleem op te lossen, die heeft het zelf al aangepakt. Maar, jammer genoeg heeft Louis hem wel vaak voor iets anders nodig. Akkefietjes rond verlofafspraken. Hoewel er een duidelijk reglement is wil Louis altijd wat anders. En wat Louis wil heeft consequenties voor de andere leden van zijn ploeg. Als hij vrij wil kan een ander niet vrij zijn. Maar, als ze dan eindelijk geregeld hebben dat Louis vrij kan krijgen, hoeft hij die vrije dag ineens niet meer en zo gooit hij dan voor de tweede keer de rooster van de anderen in de war. De andere collega’s mopperen over deze verstorende factor,een man, die trouwens al erg lang bij de fabriek werkt. Louis is een uitstekende papiermaker. Nu begint het echter steeds vervelende te worden. Te pas en te onpas, loopt Louis zijn kamer binnen. Hij vraagt wel netjes “heb je even?”Maar hij valt dan ook al direct met de deur in huis. En, als hij niet op z’n kamer zit gaat z’n telefoon en wordt hij gebeld met een vraag over verlof of iets dergelijks. Soms midden in een vergadering. Ook komt Louis dan wel eens vertellen over iets wat ie weer goed geregeld heeft. Over een probleem of een knelpunt in de fabriek wat hij heeft opgelost. Louis vetrouwt niemand. Hij enekt dat iedreeen tegen hem is. Alleen hijzelf wordt nog door Louis vertrouwt. Hij heeft een beetje medelijden met Louis. Hij denkt dat Louis eenzaam is en het idee heeft dat iedereen een hekel aan hem heeft. Soms denkt hij dat Louis psychotisch is. Wat moet hij nou met Louis. Z’n collega chefs zeggen wel eens dat hij gewoon “nee”moet zeggen als Louis weer aandacht vraagt. Maar hij is bang dat Louis dan afhaakt en zich ziek meldt en zo’n goeie als Louis mist hij niet graag.En, wat moet Louis nou als hij niet langer aandacht geeft

Intervisie
Laatst heeft hij dit vraagstuk maar eens in een intervisiebijeenkomst met z’n collega’s aan de orde gesteld. Die vroegen wat er zou gebeuren als hij PZ inschakelde. Wat hij ervan vond dat hij zo belangrijk voor Louis was? Wat er zou gebeuren als hij tegen Louis zou zeggen dat hij hier niet meer van gediend was. Dat het afgelopen moest zijn met dit gedrag. Het waren vragen, die hem aan het denken zetten. Ook de tips, die hij kreeg hebben hem aan het denken gezet. Hoe kan hij grenzen stellen en hoe kan hij met Louis afspraken maken over die grenzen. Hoe kan hij de situatie zelf onderwerp van gesprek met Louis maken om dan samen met Louis te zoeken naar een mogelijkheid om te werken aan het probleem van iedereen wantrouwen. Hoe kan Louis daar deskundige hulp bij inschakelen? En wat betekent het voor hemzelf, als Louis niet meer op elk moment van de dag zijn aandacht komt vragen? De bijeenkomst heeft hem aan het denken gezet. Hij voelt de paralellen met de apen, die hij op z’n schouder neemt als het om het technische proces gaat. Hoe kan hij die apen bij de mensen zelf laten en zich richten op het ontwikkelen van hun eigen vaardigheden om met die “apen”om te gaan. Hij weet nog niet precies  hoe hij dat aan moet pakken. Maar  hij voelt wel dat daar de de ruimte voor hemzelf zit om verder te groeien. Dat hij op die manier ook in staat zal zijn om bij een toenemend aantal taken effectief te blijven leidinggeven. Hij zal er in de volgende intervisie bijeenkomst nog een  op terug komen.

Stel je vraag via ons contactformulier

Neem contact met ons op!
Voor al je vragen kun je bellen met

+31 492386063