Wij helpen je graag verder! +31 492386063

Welke moed is er nodig om vertrouwen te laten groeien?

19 maart 2016, gepubliceerd door Dirk Boersma

De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid maakt zich zorgen over afnemende betrokkenheid en afnemend vertrouwen tussen de burger en de overheid in de samenleving. Ze pleit in een rapport voor de ontwikkeling van meer netwerksturing. Daar zijn vertrouwen en betrokkenheid bij burgers echter een belangrijke voorwaarde voor. Volgens de WRR is er moed nodig om die verandering in gang te zetten. Om welke moed gaat het dan?

De WRR
In 2012 presenteerde de Wetenschappelijk Raad voor het Regeringsbeleid een rapport over het dalende vertrouwen van burgers in de overheid. De WRR maakt zich daar grote zorgen over, zo blijkt uit het rapport. Actief betrokken burgers zijn belangrijk voor een levende democratie, zo staat er in de inleiding te lezen. In het rapport wordt verder zichtbaar dat de aanpassingen van structuren en het vernieuwen van instrumenten door de overheid niet geleid hebben tot een kentering in die afname van betrokkenheid. Integendeel het vertrouwen en de betrokkenheid zijn nog verder afgenomen.

Netwerksturing
In het rapport wordt gesuggereerd dat netwerksturing zou kunnen helpen, je kunt daarmee de samenleving, die ontegenzeggelijk complexer en dynamischer geworden is bestuurbaarder maken. Je kunt er het onbestuurbare mee besturen. Dat werkt echter alleen maar als alle burgers mee willen werken en meedenken en als ambtenaren en frontlijn-medewerkers handelingsruimte hebben om samen met die burgers om te gaan met de uitdagingen, die zich in de samenleving aandienen. Om de verandering naar een samenleving met netwerksturing te kunnen maken is bestuurlijke moed nodig staat er in het rapport. De overgang naar netwerksturing, in het rapport Weber 3.0 genoemd, kan alleen maar slagen als de drempels voor verandering worden weggenomen.

Welke moed?
Om welke moed gaat het hier eigenlijk? Aanvankelijk dacht ik dat het ging om de moed om besluiten te nemen en knopen door te hakken. Maar gebeurtenissen van de afgelopen maanden brachten mij op een veel belangrijker moed. Namelijk de moed om je kwetsbaar op te stellen. Hoog geplaatste ambtenaren en bestuurders kunnen door zich kwetsbaar op te stellen een belangrijke boost geven aan het herstel van vertrouwen bij burgers in de samenleving. Misschien klinkt dat raar. Maar voor hen die het werk van bijvoorbeeld Brené Brown niet kennen, zij schreef het boek, ”Daring Greatly” en houdt ook een boeiende Ted talk over dit thema, zal duidelijk zijn waar ik het hierover heb. Brown laat zien dat we ons niet kwetsbaar durven opstellen omdat we bang zijn er niet meer bij te mogen horen, bang onze positie kwijt te raken. Het omgekeerde is echter het geval, alle mechanismen om ervoor te zorgen dat anderen onze kwetsbaarheid niet zien leiden ertoe dat we afstand scheppen naar de mensen om ons heen. De oude Carl Rogers zei het al: congruentie roept congruentie op bij anderen, incongruentie leidt tot incongruentie bij anderen.

Vertrouwen lekt weg
Als je binnen en je buiten niet met elkaar overeenkomen, verliezen de mensen om je heen hun vertrouwen in je. Neurologisch onderzoek naar spiegelneuronen bevestigt wat Rogers al ontdekte lang voordat dit onderzoek er was. Het gekke is nu dat er zich op het Nederlands politiek toneel een paar hoofdrolspelers acteren, die uit alle macht proberen om niet kwetsbaar te zijn. Ze zijn kampioenen van de incongruentie. Ik denk dan aan de mensen die de leiding hebben bij Veiligheid en Justitie, de Nationale ombudsman en enkele dagen geleden de staatssecretaris van Financiën. Ze gaan met de burgers om alsof de burger gekke Henkie is. Ze doen hun uiterste best om hun kwetsbaarheid te verstoppen. Uit de al vaker door mij aangehaalde onderzoeken van Gallup blijkt dat mensen zich vooral serieus genomen willen voelen door hun manager. Uit onderzoek blijkt dat leiders, die nederig zijn, die mens zijn, die zich laten aanspreken, de leiders zijn die resultaten behalen.

Feedback
De afgelopen dagen had ik het met een paar mensen, die een training bij mij volgden over feedback. Ze klaagden over hun feedbackontvangers, die stonden niet open, die gingen verdedigen, uitleggen en verontschuldigen. Ze werden er moedeloos van. Maar, dacht ik, hoe zit het dan met de heer Wiebes die in zijn reactie op Kamervragen zegt dat de Consumentenbond de verkeerde dingen heeft gemeten. Daar hadden ze niet naar mogen vragen. Het bureau wat in opdracht van de minister meet, Ipsos, die doet het wel goed want de minister heeft gezegd wat ze mochten of moesten meten. In onze training Excellent Leiderschap besteden we met de deelnemers uitgebreid aandacht aan het omgaan met feedback. We besteden uitgebreid aandacht aan het je openstellen voor feedback, het doorvragen op feedback, zelfs het vragen naar nog opgespaarde feedback. Als je daar samen over in gesprek kunt zijn ontstaat er een relatie, ontstaat er een netwerk waarin vertrouwen kan groeien en betrokkenheid ontstaat. Ik ben bang dat het niet de structuren maar de mensen aan de top zijn, die in beweging moeten komen, die de moed moeten hebben om zich kwetsbaar op te stellen. De samenleving zou er wel bij varen.

Stel je vraag via ons contactformulier

Neem contact met ons op!
Voor al je vragen kun je bellen met

+31 492386063