Wij helpen je graag verder! +31 492386063

Toepassen is de sleutel om vaardigheden beter onder de knie te krijgen

01 december 2016, gepubliceerd door Dirk Boersma

Het steeds weer zorgvuldig en met aandacht werken met je vaardigheden lukt alleen maar als je mensen in wiens bijzijn je ze gebruikt, echt de moeite waard vindt.

Afstemming
Het verzorgen van een training is een prachtige gelegenheid om je eigen vaardigheden aan te scherpen. Dat is met name het geval als je in een training niet het programma, maar dat waar de groep en de leden van die groep op dat moment mee bezig of aan toe zijn centraal stelt. Het betekent dat je ervoor moet zorgen steeds aangesloten te zijn bij de mensen in de groep waarmee je werkt. Dat doe je natuurlijk door regelmatig expliciet die afstemming te zoeken, door te vragen of de groep en de mensen die er deel van uitmaken nog betrokken zijn.

Non-verbaal gedrag
Maar je doet het vooral door te letten op het non-verbale gedrag van de groepsdeelnemers. Hun houding, de gezichtsuitdrukking, wat ze met hun handen doen en ga zo maar door. Er zijn veel signalen, waaruit je kunt opmaken of deelnemers nog betrokken zijn en het is zaak die signalen waar te nemen en er iets mee te doen. Dat geldt trouwens ook voor de signalen, die je bij jezelf waarneemt. Waar is je aandacht, hoe ontspannen ben je, waar maak je je zorgen over? Omdat ik me altijd verantwoordelijk voel voor de mate waarin mensen tevreden zijn aan het eind van een cursus of training en of ze bereikt hebben wat ze wilden bereiken, is het voor mij erg belangrijk om heel gericht met de interactie bezig te zijn.

Actief
Het daar zo actief mee bezig zijn geeft me de kans veel te oefenen in het zo objectief en zo scherp mogelijk beschrijven van mijn waarnemingen. Het valt de deelnemers meestal op dat ik dat doe en vaak zeggen ze er iets van aan het eind van een cursus of trainingsdag. Ik doe zo mijn best om niet alleen te vertellen hoe je moet aanspreken, hoe je afspraken maakt of confronteert. Dat “moeten” heeft dan vooral te maken met de vraag welk resultaat je ermee wilt bereiken. Niet met een normatieve opvatting over hoe het hoort. Het valt mij op dat het vragenstellen mij inmiddels redelijk makkelijk afgaat, maar aanspreken vind ik nog altijd moeilijk. Ik moet me er goed op concentreren. Vooral het zo objectief mogelijk beschrijven van wat ik zie kost me de nodige inspanning. Voor ik het weet, zit ik in de interpretaties en dat zijn bijna altijd oordelen.

Oordelen
En met oordelen bereik je bijna altijd dat mensen zich aangevallen voelen en dat betekent waarschijnlijk dat ze stoppen met luisteren en gaan bedenken hoe ze zich tegen de “vermeende” aanval kunnen verweren. Het gevolg is dat ze niet meer meedoen en niet meer of minder openstaan voor wat er verteld wordt en voor het onderwerp van de cursus of de training. Wat ik ook niet makkelijk vind is de situatie waarin twee deelnemers in een training het met elkaar aan de stok krijgen. Emoties kunnen dan met veel kracht naar buiten komen en die emoties doen van alles met de andere aanwezigen, Sommigen doen hun best ze te negeren, maar de meeste omstanders doen hun best ze te laten verdwijnen. Die zeggen, daar hoef je toch niet om te huilen of daar hoef je toch niet zo boos om te worden. Iemand legt een arm om de schouders van degene bij wie de tranen zijn gekomen en iemand anders loopt weg. Kortom, ineens gebeurt er van alles. In zo’n situatie vraag ik de andere deelnemers even hun mond dicht te houden. Zodat er rust komt en ik mijn aandacht kan richten op de direct betrokkenen. Ik laat ze merken dat hun emoties er mogen zijn, dat het niet gek is dat ze boos, verontwaardigd of verdrietig zijn. Na ze om beurten gevraagd te hebben wat ze nodig hebben om weer door te gaan pakken we de draad weer op. In het vervolg van de dag zoek ik een moment waarop ik even aan ze kan vragen hoe het nu met ze is. Dat vraag ik ook aan de groep om te checken of zij weer verder kunnen.

Wel weten, niet kunnen
En zo oefen ik de hele dag maar door. Het valt mij elke keer weer op dat mijn deelnemers eigenlijk allemaal over feedback geleerd hebben. Ze weten goed de stappen in feedback te benoemen. Ze hebben het over objectief beschrijven, over de ik-boodschap en het tonen van gevoelens. Het gekke is dat ik maar zelden iemand aantref die het ook kan. Die de moeite heeft genomen om het ook als vaardigheid onder de knie te krijgen. Het laat zien hoe groot het verschil is tussen weten en kunnen. Laatst vroeg er een deelnemer hoe het komt dat er steeds weer nieuwe modewoorden zijn. Dat de organisatie steeds opnieuw door een ander concept wordt overspoeld. Al die concepten, al die woorden staan voor een aanpak die de organisatie doeltreffende en efficiënter moet maken. Daar heb ik zo wel een antwoord op. Dat komt omdat mensen de moeite niet nemen om het gedrag wat bij zo’n aanpak hoort te oefenen en te oefenen en nog eens te oefenen. Het gevolg is dat de aanpak natuurlijk geen resultaat heeft en dat de volgende aanpak over de organisatie wordt uitgerold. Om vervolgens dezelfde dood te sterven.

Waar gaat het om?
In elke organisatie gaat het uiteindelijk om loyale en blije klanten. Daar heb je betrokken medewerkers voor nodig en betrokken medewerkers groeien door goed leiderschap. Die leiders moeten het niet alleen goed tussen de oren hebben maar het in hun gedrag zichtbaar maken. Je kunt daar alleen maar goed in worden maar door het steeds opnieuw te proberen, door erop te reflecteren en zo het passende gedrag te ontwikkelen. Dat is geen trucje toepassen maar diep vanuit je overtuiging je richten op de mensen, die je zo belangrijk zegt te vinden.

Stel je vraag via ons contactformulier

Neem contact met ons op!
Voor al je vragen kun je bellen met

+31 492386063