Wij helpen je graag verder! +31 492386063

Gedrag als resultante

11 juni 2018, gepubliceerd door Dirk Boersma

Een ongeluk
Het zal rond mijn twaalfde jaar geweest zijn. Het was een zaterdagmiddag. Ik fietste naast mijn vader, die mijn broertje achterop had, over de Rivierenlaan (tegenwoordig Kennedylaan) in Amsterdam, in de richting van de Utrechtsebrug. We waren de kruising met de Mirandalaan net gepasseerd en ik hoorde een harde klap achter me. Ik keek achterom en zag twee auto’s die min of meer in elkaar gedrukt zaten. We bleven even staan, zagen allerlei mensen zich om de beide auto’s verzamelen en fietsten verder, want we hadden nog een hele tocht naar mijn opa en oma in Hilversum voor de boeg. Toen we daar later die middag arriveerden, brak ik gelijk los. Ik wilde vertellen over het ongeluk wat we gezien hadden. Ik vertelde over auto’s die te hard reden over hoe ze tegen elkaar geklapt waren. Ik vertelde de film die in mijn hoofd zat. Het was niet het verhaal van wat ik echt gezien had. Ik vertelde het verhaal wat ik in mijn hoofd geconstrueerd had en waarvan ik bijna geloofde dat het echt was. Ik had niets gezien, alleen maar een klap gehoord en twee auto’s tegen elkaar zien staan op een kruising die ik even tevoren zelf op de fiets gepasseerd was. Misschien had ik gezien dat het er druk was maar dat weet ik allemaal niet meer. Maar die twee auto’s zie ik nog op elkaar afrijden.

Gedrag als resultante
Dit is een voorbeeld van hoe mensen over het vermogen beschikken zich een voorstelling te maken van iets of iemand op basis van een paar kleine waarnemingen zijn we in staat ons een compleet beeld te vormen van een situatie. Soms klopt dat beeld soms klopt het helemaal niet.
De afgelopen week  wilde ik aan deelnemers in een training uitleggen dat gedrag van mensen altijd ontstaat en zichtbaar wordt in een relatie. In de ene relatie of in gedraag je je anders dan in de andere relatie. Als voorbeeld noemde ik het feit dat er klanten zijn waar ik altijd keurig op tijd kom maar dat ik ook klanten heb waar ik makkelijk te laat kom. Zo is er bijvoorbeeld een klant, die mij het excuus al in de  mond geeft. ‘Ja, die files’ hoor ik dan en ik hoef alleen nog maar te knikken of te hummen.

Schrik
Ik schrok van enkele reacties uit de groep, ik hoorde  dus jij bent iemand die zich niet aan afspraken houdt. Eigenlijk hoorde ik ‘dus jij bent er zo één’ Niet dat iemand dat expliciet zei maar ik voelde me wel onmiddellijk ingedeeld in de categorie van  mensen die altijd te laat komen. Ik probeerde echter juist duidelijk te maken dat gedrag van mensen door de situatie bepaald wordt en dat veranderen van die situatie, van de context, ervoor kan zorgen dat gedrag veranderd. Het bleek dat ik er niet in geslaagd was dat duidelijk te maken met mijn voorbeeld. Het omgekeerde leek gebeurt. Met mijn voorbeeld leek ik bevestigt te hebben dat er een type mens is dat makkelijk te laat komt, dat het niet zo nauw neemt met afspraken, dat ‘slordig’en ‘makkelijk’is. Het voelde als een etiket, een oordeel en ik voelde de drang me daar tegen te verzetten. Ik heb dat niet gedaan omdat ik niet wilde dat het gesprek verder zou gaan over normen en het belang van je er aan houden.

Het omstanderseffect
Deze ochtend staat er in de Correspondent een verhaal van Rutger Bregman over het omstanders effect. Het omstanderseffect is het effect wat wij kennen als het effect wat optreedt als  er iemand hulp nodig heeft. Als veel mensen dat zien, doen ze niets omdat ze denken dat een ander wel in zal grijpen. Dat was recent nog eens duidelijk te zien in een filmpje van mensen, die in safaripark ‘De Beekse Bergen, uit de auto stapten om met hun kleine kind de jachtluipaarden van wat dichterbij te kunnen bekijken en ze te filmen. De mensen, die hier een filmpje van maakten zaten in hun auto, spraken hun ongeloof uit over wat ze zagen maar ze grepen niet in. Dat gold ook voor andere toeschouwers. Gelukkig liep het allemaal goed af. Het was een mooie illustratie van het ‘omstanders effect’. Het artikel van Bregman gaat over dit omstanderseffect. Het omstanderseffect wat bekend werd door de moord op Kitty Genovese in 1964 in New York. Die moord leidde tot een media storm. Hoe kon het dat zoveel mensen de moord gezien hadden en dat niemand iets deed. De conclusie die wetenschappers trokken was dat niemand erbij betrokken wilde raken. ‘Als het erop aankomt staan we alleen’. De conclusies spitsten zich toe op moreel verval en een toenemende maatschappelijke apathie.  En met die verklaringen hebben wij het decennia lang gedaan. Ook Malcolm Gladwell nog die over dit fenomeen schrijft in zijn boek “The tipping point”.

Het omgekeerde omstanderseffect
Maar recent is er een meta analyse gedaan naar het omstanderseffect en uit die meta analyse blijkt dat de conclusies uit 1964 niet kloppen. Mensen blijken wel degelijk in te grijpen als er iets aan de hand is. Het is alleen wel belangrijk dat ze in zo’n situatie in staat zijn met elkaar te communiceren. Als er interactie is tussen de omstanders treedt het omgekeerde omstanderseffect op. Dan zijn mensen wel degelijk bereid tot helpen en werken ze daarin ook nog eens goed met elkaar samen. Zelfs zonder daarover met elkaar te praten. Bregman beschrijft het voorbeeld van een ongeluk in Amsterdam waar een auto met een kindje te water raakte. Doordat iemand een baksteen drukte in de hand van een man die hij niet kende en die in het water sprong, kon de ruit van de auto ingeslagen worden en werd het kindje gered. Het omstanders effect treedt pas op als mensen niet met elkaar communiceren omdat ze dat niet kunnen of omdat ze dat niet durven. Omdat ze bang zijn dat ze dom gevonden worden en dus maar liever hun nek niet uitsteken. Wat mensen ook belemmerde in actie te komen in 1964 was het feit de mensen die de politie belden te horen kregen dat die al gebeld was. Die deed echter niets. Het gedrag van mensen werd dus sterk bepaald door wat ze dachten dat andere mensen of instanties dachten en misschien wel of niet deden.

Communicatie
Als het gaat om samenwerking in organisaties is communicatie van wezenlijk belang. Daarbij is het cruciaal om je niet te baseren op wat je denkt dat er aan de hand is of wat je denkt dat je gezien hebt. Het is belangrijk je waarneming zo helder mogelijk te delen of op te vragen bij anderen in je organisatie. Iemand die leiding geeft doet er goed aan te zorgen voor een klimaat waarin dat mogelijk is en zelfs normaal gevonden wordt. Sommige overtuigingen kunnen daarbij zeer belemmerend werken.Het verdient aanbeveling die belemmerende overtuigingen of vooroordelen in je team op tijd op te sporen en zo goed mogelijk uit te schakelen.Vragen stellen en confronteren zijn daar belangrijke hulpmiddelen bij.

Wil je hierover of over iets anders verder praten bel dan 0622995926 of mail dirkboersma@excellentleiderschap.nl

Stel je vraag via ons contactformulier

Neem contact met ons op!
Voor al je vragen kun je bellen met

+31 492386063